Jin-Woo Lee werkt met het dunste en meest transparante moerbeipapier, hanji. Hij plakt het op doek en beschildert het met inkt, walnootextract en verdunde pigmenten. Ook brengt hij er houtskool, aarde en pigmenten op aan en lijmt er dan een volgend vel papier overheen. Lee wrijft en slaat vervolgens de lucht tussen de vellen weg om de doorschijnende kwaliteit van het papier te behouden. Dit proces herhaalt hij vele malen tot hij de juiste dikte heeft bereikt. Tenslotte krabt hij de bovenzijde af met een staalborstel, zodat de aarde en de houtskool, die hij tussen de vellen heeft ingesloten, weer gedeeltelijk vrij komt.