Maya Portner

Maya Portner begint met het maken van een beeld in klei met een reliëf van gedetailleerde lijnen. Van dit beeld maakt zij een gipsen mal, waarin zij natgemaakte vellen handgeschept papier propt. Met behulp van een kwast duwt zij de vezels goed in de lijnen van het reliëf. Om het papier te versterken, strijkt zij bijenwas over het papier. Als de was is gehard, haalt zij het geheel uit de mal. Het dunne papier heeft nu de vorm en het gedetailleerde reliëfpatroon van het oorspronkelijke beeld. Portner snijdt vervolgens met een scalpel papier weg langs de lijnen van het reliëfpatroon. Tenslotte krijgt het papierreliëf een laatste waslaag zodat ook de snijkanten, net als het oppervlak, met was zijn bedekt.